Backstage met Rinus en Pé

Met een heus festivalseizoen achter de rug lijken ze nu populairder dan ooit. Teo en Leonie spraken het legendarische Groningse duo Rinus en Pé Daalemmer na hun optreden op Kadepop.

Iedere Groninger kent ze. De zestigers Frank den Hollander en Peter de Haan, in het dagelijks leven respectievelijk medewerker bij de universiteitsbibliotheek en apotheker, hebben een recordaantal afscheidsconcerten op hun naam staan.

‘Rinus en Pé zijn legendarisch’

“Natuurlijk willen we wel wat vragen beantwoorden, maar even pfff”, ja? Rinus maakt een wegwerpgebaar. Vlak na het optreden klitten de fans om de heren heen. Complimenten alom. Backstage zijn de bandleden al bezig met opruimen. Wij wachten rustig onze beurt af. De drummer, misschien wel de helft jonger dan het befaamde duo, blijkt tien jaar lang te hebben gesmeekt of hij als-je-blieft bij de heren mocht drummen.

“Rooie Rinus en Pé Daalemmer zijn voor mij legendarisch”, zegt hij. Vroeger, als ik op vakantie ging met mijn vader en moeder ging er altijd een cd van ze mee. Dat ik nu met ze mag spelen, da’s toch te gek?” Het mag duidelijk zijn, deze mannen zijn iconen.

rinus_pe_01

Finishing touch

Even later melden Pé en Rinus zich. Een beetje zenuwachtig lopen we met ze mee naar de backstageruimte. Achter het podium staan in een halve cirkel containers opgesteld, de kleedkamers van de artiesten. Op de picknickbanken ervoor vinden we een plekje.

“Ja, kijk, da’s nou leuk he?” Rinus wijst naar een bloeiende gele bolchrysant en een witte Xenos-kandelaar, die naast de picknickbanken staan. “Heb je zo’n woestijngebeuren, en dan ineens dit. Dat is echt een finishing touch.”

Zwarte Cross

“We stonden eigenlijk nooit op festivals”, zegt Pé. “De laatste jaren deden we vooral ad hoc-optredens.” “Ons festivalseizoen was nog nooit zo intensief als nu”, vult de van oorsprong uit Zeeland afkomstige Rinus aan. Ze speelden op DelfSail, Reitdieppop en nu op Kadepop. Het absolute hoogtepunt was een optreden op de Zwarte Cross. Nadat bekend werd dat het duo op het Achterhoekse festival optrad, stroomden de aanvragen binnen.

“Zwarte Cross was echt fantastisch. We hebben geen moment getwijfeld of we daar wilden spelen. We dachten ‘dat is wel een festival voor ons’. Het publiek bestaat daar vooral uit boeren, dat zijn onze fans uit Veendam en Winschoten ook.”

Festivalcultuur

Al meer dan dertig jaar treden de mannen samen op. Is er ook een verschil tussen festivaloptredens nu en vroeger? “Festivals zijn veel gezelliger dan vroeger”, zegt Rinus. Het is allemaal veel beter geregeld. Pé: “Nu zijn de mensen veel professioneler.”

Rinus: “En iedereen werkt mee aan het neerzetten van dat vrolijke sfeertje. Iedereen is heel relaxed. Vroeger gebeurde het regelmatig dat mensen helemaal niet wisten wie je was, nu is dat nooit meer zo. Het maakt spelen leuker, vinden ze. “Je hoeft je nu tenminste niet meer om te kleden tussen de bierkratten achter het podium. Niet dat we veeleisend zijn trouwens hoor!”, lacht Pé.

Spar Oot

De Groningse grappenmakers hebben geen last van sterallures. “Vroeger vroegen we weleens om Spar Ood op onze rider”, zegt Pé. Vonden ze reuzegrappig. Of ze zetten een zak pinda’s van de Spar voor ons op het podium. “We maken tegenwoordig altijd lijstjes voor de techniek. Ik vind het al heel wat dat mensen precies weten wat voor stekkers en snoertjes we op het podium nodig hebben”, zegt Rinus, terwijl zijn ogen afdwalen.

Ondertussen komen de bandleden van Deny Lademachers’ Wild Romance voorbij. “Kijk nou, hij loopt met een stok!” zegt Pé lachend. “Dat is ons voorland!” “Haha nee joh, zulke rockers zijn wij niet”, lacht Rinus.

rinus_pe_02

Nieuwe generatie

Rockers of niet, op een grote fanschare kunnen de mannen steevast rekenen. Worden die fans ook jonger? “Nieuwe generaties blijven onze muziek oppikken. Eerstejaars studenten leren ’t al bij hun introductie. Nog steeds is het zo dat na ieder optreden wel mensen naar ons toe komen die zeggen ‘altijd als we op vakantie gaan gaat jullie cd mee’. Ook nu weer. Onze muziek wordt dus doorgegeven”, zegt Pé.

Van het nummer Plattelandsvrouwen, een klassieker, maakten ze een ‘online’ versie. Is het voor de mannen moeilijk met de tijd mee te gaan? “Nee, helemaal niet”, vertelt Rinus. Voor mijn werk bij de UB was ik al veel bezig met social media, dus ik heb ook een Facebookpagina voor Rooie Rinus en Pé Daalemmer aangemaakt. We zitten ook op Twitter en hebben een YouTube-account.” Pé: “Hij heeft er ook voor gezorgd dat onze muziek via Spotify te beluisteren is.”

Gronings

Hoe kan het trouwens dat Rooie Rinus, die in Zeeland geboren is, de Groningse taal zo goed beheerst? “Peter was van het Gronings, in het begin blufte ik me erdoorheen. Maar als je naar de eerste LP luistert is het echt heel gênant.

Ik woonde in een studentenhuis met alleen maar Stadskanaalsters, en met voetbal speelde ik in een volledig Gronings team. Dan gaat het van ‘moest nog een biertje, mien jong?’ Ik verwonder me soms nog steeds over de taal. Laatst nog, toen ik hoorde dat het Groningse woord voor riem rooim is. Wat een raar woord.” Pé: “Hij blijft bijleren.”

De FC

Een Kadepop-vrijwilligster komt de mannen vertellen dat het eten klaar is. We moeten afronden, want de mannen moeten ook nog naar FC Groningen-Heracles. “We hebben een seizoenskaart en zijn door al die optredens al een tijd niet meer geweest”, zegt Rinus.

Wel komen ze later terug om nog even een kijkje te nemen op het festival. “Het is hier hartstikke gezellig, maar dat gebouw hier moet wel even gestuukt”, zegt Rinus. Daar wil hij trouwens best een handje bij helpen.

Meer Backstage

Nieuwste