Daniel Romano: ‘Rihanna is more human than human’

Aron en Elbert trokken hun cowboylaarzen aan en kamden hun haar slik naar achter voor een echte Mosey-experience: het optreden van Daniel Romano in Grand Theatre.

Wie het publiek buiten het Grand Theatre bekijkt, kan moeilijk een inschatting maken wat voor concert vanavond op het programma staat. De meerderheid bestaat uit veertigplussers, maar tegelijkertijd staan er ook groepen jongelui. Een man uit het publiek lijkt enig houvast te bieden. Uitgedost in een volledige Canadian Tuxedo (denim op denim) met een stel brute puntlaarzen ademt zijn outfit countrymuziek. In de Grote Zaal van het Grand speelt namelijk Daniel Romano.

Mosey

Romano heeft echter niets met de term country. Tegenwoordig is het volgens hem alleen maar commerciële rotzooi met elk jaar een nieuwe, inwisselbare ster. Nee, Mosey, noemt hij zijn stijl. Een zelfbedacht genre dat draait om rauwe verhalen, echte pijn, maar vooral de waarheid. Een succesformule, gezien de vele lovende recensies in de pers. Ook de concertbezoekers weten er van te genieten, hetgeen blijkt uit zijn vorige uitverkochte clubtour in Nederland.

Fotograaf Elbert en ik beginnen de avond traditiegetrouw met een biertje. Op het podium staat voorprogramma Kacy & Clayton. Een duo bestaande uit slechts één gitarist en één zangeres. Samen eisen ze moeiteloos de aandacht van het publiek op. Met name de zuivere stem van Kacy fascineert ons, terwijl we het eerste biertje veel te snel achterover slaan. Het is warm in de zaal, die niet over een airco beschikt. De droge lucht doet onze droge kelen snakken naar meer verfrissing. Kacy & Clayton zijn het met ons eens. Zangeres Katy beschrijft hoe haar jurk in deze hitte voelt: als een levensgrote vuilniszak zonder luchtgaten.

EJF_2056

Verrassend on the edge

Kort na de letterlijke opwarming, is het de beurt aan de man waarop iedereen heeft gewacht. Het volume waarmee hij opkomt, staat in schril contrast met de akoestische, ingetogen muziek van de openingsact. Het publiek smult ervan en de mensen die vooraan staan, zingen uit volle borst mee. Ikzelf ben aangenaam verrast, aangezien Romano het op zijn albums meestal wat rustiger houdt. Tussen de upbeat nummers door zijn er nog wel momenten van rust, waarin hij een akoestisch nummer in zijn eentje zingt en een gedicht voordraagt. Romano stelt niet teleur en zijn band speelt strak mee. Een shout-out moet gegeven worden aan de drummer, wiens gehele gelaat bazigheid uitstraalt. Zijn vertoning is een combinatie tussen Charles Manson en Jack Nicholson, waarbij vooral de reflecterende zonnebril het plaatje afmaakt.

Na het ietwat korte concert wachten Elbert en ik bij de merchandise tafel op Kay, de tourmanager waar ik een afspraak mee heb. Tot mijn lichte verbazing blijkt het gewoon de tweede gitarist in Romano’s band te zijn. Zondermeer een vrouw van vele kwaliteiten, aangezien ze in een vorig leven fanatiek als vijfkamper actief was. Ze vertelt me dat Daniel aan de achterkant van het gebouw wacht op het interview. Terwijl ze ons naar buiten begeleidt, worden we achtervolgd door een man die bezeten is met een handtekening van Romano. Na meerdere malen genegeerd te worden door Kay is het duidelijk voor hem: Romano signeert nu niet. Het is tijd voor een interview.

EJF_1962

Backstage

Als wij Groningen zeggen, wat zeg jij dan?
“De beste stad ter wereld! Ik ben hier al veel vaker geweest, maar ik kan nog steeds niet precies plaatsen wat ik zo geweldig aan de stad vind. Het voelt gewoon aan als een perfecte plek om te zijn. Eerlijk gezegd hoop ik dat ik hier binnenkort kom wonen, aangezien het aan de andere kant van de wereld nogal een beetje rare bedoeling wordt. Ik heb het dan niet over Canada, maar over onze buren. Meer zeg ik er niet over.”

Treed je liever in Canada op, of het in buitenland?
“Dat is een lastige vraag. Ik vind het fijn om hier te zijn, omdat ik het gevoel heb dat het cultureel gezien meer open-minded is. Canada is weliswaar een multicultureel land, maar er zijn toch nog bepaalde opvattingen die hier minder aanwezig zijn. In Nederland voel ik dat de mensen oprecht aardig zijn en belangstelling voor je hebben. Als artiest zijnde, is dat één van de belangrijkste punten om je energie vandaan te halen. Ook is het altijd leuk om in het buitenland te zijn. Dus ja, al met al denk ik dat ik toch liever in het buiten Canada speel.”

Sinds een aantal jaar heb je je eigen platenlabel. Hoe ben je erbij gekomen om dat te doen?
“Uit noodzaak. Vroeger reisde ik met grote groepen bands, die allemaal wel geen album hadden. We wisten niet wat we daarmee moesten doen en we besloten ze toen maar zelf uit te geven. We werkten niet via de traditionele uitgevers, dus al het andere werk deden we ook zelf. Tegenwoordig werken we nog steeds zo, maar ik geniet ervan. Ik ben een control-freak, dus voor mij is het perfect.”

In een interview zei je dat de meeste labels in Canada corrupt zijn. Hoe zit dat?
“Er is inderdaad nogal een ‘apart’ systeem in Canada. Er bestaat een soort fonds wat onder andere bedoeld is voor artiesten, maar wat met name wordt misbruikt door platenlabels. Hierdoor krijgen de artiesten die het nodig hebben geen geld, terwijl de grote labels alleen maar meer verdienen. De platenmaatschappijen gebruiken het geld van het fonds om aan bands te geven, maar eisen vervolgens al het geld weer terug. Het is echt een gestoord systeem. Ik snap niet waarom het al zo lang bestaat en waarom iedereen het negeert.”

Krijg je dezelfde thrill van het ondernemen, als van het optreden?
“Ja, elk aspect voelt ongeveer hetzelfde. Optreden geeft misschien de grootste thrill, maar het hoort allemaal bij het grotere geheel. Ik moet wel zeggen dat ik vooral de leuke gedeeltes doe van het ondernemen. Het financiële gedeelte heb ik namelijk overgelaten aan Kay!”

Als je geen muziek zou maken, wat zou je dan doen?
“Ik zou waarschijnlijk bezig zijn met het bouwen van kano’s. Het is geen hobby van mij, maar het zou er heel goed een kunnen worden.”

George Jones was één van je helden en je had er graag mee samengewerkt. Zijn er nog andere artiesten waar je een keer mee zou willen samenwerken?
“Ja, behoorlijk wat! Ik zou graag met Jennifer Castle en The Weather Station iets willen doen. Ook wil ik nog veel meer muziek maken met de mensen waar ik op het moment mee aan het touren ben: Kacy & Clayton en Kay Berkel. Stiekem zou ik ook wel met Rihanna willen samenwerken, maar ik denk dat ik daar eerlijk gezegd te bang voor ben. Ze is gewoon meer human than human. Ik zou te geïntimideerd zijn door haar aanwezigheid.”

Als je jezelf tien jaar geleden zou tegenkomen, wat voor advies zou je jezelf dan geven?
Go through all this stuf, and then come back to this. Het muziek maken, vindt bij mij plaats in een bepaalde cyclus. Het begint meestal bij enkele tegenslagen die omvormen naar agressie. Deze agressie wordt vervolgens een soort stijl, die na verloop van tijd ook weer verandert. Op een geven moment kom je weer uit op het punt waar je begon. Onderweg heb je allerlei ervaringen en kennis opgedaan, die je vervolgens combineert met de zaken die je in het begin ook al had. Voor mij zijn dat dingen als Youthful Angst en oprechtheid. Dus mijn advies zou vooral zijn: Keep it up, bud!

Wat is je meest gekke backstage ervaring?
“Ik heb wel een gekke ervaring, maar het is niet per se een backstage-ervaring. Ik had een optreden in Portland en voordat ik het podium opging, kwam er een kerel naar mij toe. Hij vond mij helemaal geweldig en hij zei dat hij mij begreep, omdat hij ook een artiest was. Dat laatste benadrukte hij echt non-stop. Hij zei het wel een keer of tien. In eerste instantie dacht ik van: deze gast is gek, maar wel aardig. Echter, toen het optreden bezig was veranderde deze man volledig. Uit het niets begon hij vanuit het publiek dingen te schreeuwen als: dit is bullshit! Speel eens wat country! Ik zei dat hij kon opflikkeren en hij werd samen met zijn zoons meegenomen naar buiten. Na de show kreeg hij ook nog eens ruzie met een hele aardige, maar ook hele intimiderende uitsmijter. Uiteindelijk kwam de politie erbij en werden ze afgevoerd naar het politiebureau.”

Tot slot, wat is het gekste wat op je rider staat?
“Eerlijk gezegd niet zo veel. Voor onze basgitarist vragen we het wifi-wachtwoord, aangezien dat altijd het eerste is waar hij om vraagt. Vanavond is het de eerste keer dat we het hebben gekregen. Zoals ik al zei: Groningen is de beste stad ter wereld.”

Foto’s: Elbert Fliek

Meer Backstage

Nieuwste