Lander Patrick

Lander Patrick op Noorderzon

Na het optreden van Lander Patrick in de Spiegeltent op Noorderzon sprak Teo met de danser en choreograaf over de voorstelling Arrastão, samenwerken en koeienstront.

Groningen, wat vind je er van?

“Ik vind dit een heerlijke stad. Nu is het zo dat ik sowieso wel van Nederland houd. De geur van gras en koeienstront is heel typerend en ik vind het heerlijk.”

Ben je weleens eerder op Noorderzon geweest?

“Nee, dit is de eerste keer. Ik heb zelf een half jaar op de Artez dansacademie in Arnhem gezeten. Dat was vanuit een Erasmusbeurs. Toen heb ik steden als Amsterdam en Rotterdam bezocht, maar zo hoog in het noorden ben ik nog niet geweest. Ik vind Noorderzon een heel mooi festival. Naast alle kunstzinnige uitingen heeft de organisatie veel aandacht besteed aan het ecologische aspect. Het is heel compleet.”

Is dit je eerste eigen productie?

“Nee, zeker niet. Ik werk vaak samen met Jonas (Lopes). We helpen elkaar met het ontwikkelen van producties. Meestal komt een van ons met een idee. De ander helpt dan mee met het verwezenlijken ervan. We hebben samen producties gedaan als Cascas d’Ovo (Eggshells) uit 2013. De andere is een bizarre opera van Jonas uit 2014: Matilda Carlota. Met beide touren we nog steeds rond.”

Hoe hebben jullie het concept voor Arrastão bedacht?

“Ik heb een bewerking gemaakt van ‘Soundpainting’ van Walter Thompson. Deze Amerikaanse componist en kunstenaar uit de jaren tachtig wilde een alomvattend systeem van gebaren ontwikkelen die je op zoveel mogelijk podiumkunsten kunt toepassen. Uiteindelijk heeft hij er meer dan duizend bedacht.

Zelf kwam ik in aanraking met ‘Soundpainting’ in Italië. Ik vind vooral de participerende aard van het systeem heel interessant en spannend. Daarom heb ik de gebaren teruggebracht van duizend naar vier en heb me vooral toegelegd op het betrekken van het publiek bij het stuk.”

Waar komt het idee van de ballon vandaan?

“De ballon is een autobiografisch voorwerp dat in al mijn producties terugkomt.  Het is ooit begonnen in Arnhem. Op straat zagen we heel vaak ballonnen rondvliegen. Ik riep op een dag een ballon bij me zoals je een dier bij je roept. De ballon vloog naar me toe. Ik ben een beetje een ballonnenfluisteraar.”

In Arrastão ben jij de bevelhebber, de Maestro. Het publiek moet veel ritmes volgen en nadoen. Wat vind je van het ritmegevoel van de Nederlanders?

“Dit was de eerste voorstelling in Nederland en ik kan niet een oordeel vellen over het ritmegevoel van alle Nederlanders aan de hand van één show. Wel vond ik het heel interessant. Het festival had mijn stuk in het programma aangekondigd als een soort van feest.

Zelf heb ik altijd liever dat mensen gewoon een dansvoorstelling verwachten en niet weten wat er gaat gebeuren. Dan krijgen ze het aanbod tot participatie. Nu zag ik dat iedereen al binnenkwam met het idee om een feestje te bouwen. Dit leidde soms tot situaties waarin men zo fanatiek meedeed dat het voorgestelde aanbod tot participatie werd overstegen”

Vond je dat vervelend?

“Nee, dat is juist het mooie aan het stuk. Het begint zijn eigen leven te leiden en je kunt van tevoren helemaal niet voorspellen hoe het gaat lopen. Er was bijvoorbeeld een grapjas die zelfs toen ik aangaf dat iedereen stil moest zijn, doorging met piepen. Het was de hele tijd een strijd om aan de ene kant de overhand te nemen en aan de andere kant het publiek het gevoel van vrijheid te bieden.”

Ben jij van jezelf ook een beetje een dominante Maestro?

“Helemaal niet. Daarom wilde ik deze rol aannemen. Het is altijd goed om jezelf uit te dagen door dingen te doen die het tegenovergestelde zijn van wie je echt bent.”

Als laatste vraag zijn we van DATmag heel benieuwd wat het raarste is dat je ooit op je rider hebt gezet?

“Een hond. Organisatoren worden dan helemaal gek!”

Dank Lander! Succes met alles. Mogen we nog een selfie met je ‘Maestro-hoofd’?

“Natuurlijk!”

Lees hier de reportage van Landers voorstelling Arrastão

12025550_10206443073494702_490685628_n

Nieuwste