Oud-stadsdichter van Groningen Kasper Peters over secondes die stilstaan, loopsloten en navelpluis

De nieuwe dichtbundel van Kasper Peters is net uit. Vogelzwemvliegvis is een boekwerk met verhalen over navelpluis en secondes die stilstaan. Geen ingewikkelde woorden en zinnen, maar stukjes tekst die voor iedereen te behappen zijn. Simpel, maar wel met een extra laag. Het grootste compliment dat je aan Kasper kan geven? Dat je zijn boek al heel vaak hebt gelezen, omdat je het leuk vindt.

Een echte dichter

Kasper is een dichter in hart en nieren. In de eerste minuut van ons gesprek begint hij meteen een gedicht voor te dragen. Voor inspiratie en om na te denken wandelt Kasper vaak. Overdag is de beste tijd om te schrijven, vindt hij.

Er is een tijd geweest dat Kasper erg ingewikkelde teksten en poëzie maakte. Een beetje geforceerd vond hij dat. Nu schrijft hij vooral voor de lol. Vogelzwemvliegvis  is een verzameling van vier jaar lang ideeën op papier.

Afgeknutseld

Het gedicht waar een seconde stilstaat is zijn favoriet. “Ik vind de tekst zo spannend! Elk ander gedicht draag ik bijna zingend voor, maar deze zinnen niet. Heel langzaam lees ik dit voor. Met veel stiltes. Als een seconde die stilstaat. Soms heb ik gedichten al veertig keer voorgedragen voordat ik pas echt weet hoe de zinnen het beste tot hun recht komen.”

Niet elk gedicht haalt de dichtbundel van Kasper. Te veel prutsen en frutselen is een dooddoener. Want dan is het te ‘afgeknutseld’. De schrijver laat zijn verhalen ook altijd even controleren door zijn vader. “Als mijn vader zegt: nu is het een goed gedicht. Dan is het af.”

Loopsloot

Als poëet ben je natuurlijk een soort woordengoochelaar, dus vroeg ik Kasper of hij nog nieuwe woorden heeft ontdekt de laatste tijd. “Jazeker! Wat dacht je van loopsloot? Dat is een rechte sloot die er uitziet als een netjes aangeharkt paadje. Dat is een hele gevaarlijke. Want als je erop wilt lopen, dan ben je nat!”

Kasper vind het een leuke bezigheid om nieuwe woorden te bedenken. Maar wanneer heeft een woord dan bestaansrecht?  Als mensen het gebruiken natuurlijk. Dan is het gewoon een woord. En gewoon een woord heeft bestaansrecht.

Pluisjes in je navel

Weet je wat mijn favoriete gedichtje is Kasper? Pluisjes in de navel! De dichter aan de andere kant van de lijn springt bijna van zijn stoel. Met veel enthousiasme begint Kasper te vertellen. “We hebben voor elke zintuig een klein handig dingetje. Voor ruiken heb je een neus gekregen, om te kunnen zien hebben we twee ogen en voor proeven een tong.” Hij valt even stil.

“Maar wat hebben we voor het zintuig voelen? Je huid? Maar die is ook voor andere dingen. Ik heb bedacht dat we daar onze navel goed voor kunnen gebruiken.”Ik vind het allemaal interessant wat de Groningse oud-stadsdichter te vertellen heeft. Hij lijkt nooit uitgesproken.

“Mag ik nog één ding vertellen Myrna?” Zeker wel. “Ik heb een verhaal gehoord van een man die tien jaar lang zijn navelpluis heeft verzameld en dat heeft gebruikt voor de vulling van zijn kussen. Dus hij slaapt elke dag op de pluisjes van zijn navel! Ach, maar dat heeft verder niks met het gedicht te maken hoor.”

Het zijn de kleine dingen in het leven

Kasper mag graag over kleine dingen in het leven schrijven. Pluis in de navel is daar ook een van. Ik begin te lachen. Dit verhaal kende ik nog niet. Doe mij maar een vulling van een ander soort dons.

Toch lukt het me niet het verhaal van de kussen één twee drie los te laten. Het beeld van al dat pluis in de navel wordt steeds duidelijker voor mijn ogen. Net een lens die je scherp stelt.  Het is iets kleins, maar iedereen heeft het, dus dan is het toch iets groots? “Inderdaad!”, roept Kasper.

Zo heeft de dichter me weer een stuk wijzer gemaakt. Ik bedank hem voor ons gesprek. Kasper we gaan allemaal je boekje lezen. Heel vaak!

 

Illustraties: Myrna Atsma

Meer In gesprek met

Nieuwste