Je bent jong in Groningen en je hebt het best naar je zin. Het Noorden is gemoedelijk, de mensen zijn vriendelijk en oprecht. Stad bruist. Toch knaagt het.
Misschien biedt Grunn voor nu nog wel genoeg mogelijkheden, maar over poosje wil je vertrekken naar de Randstad. Daar gebeurt het nou eenmaal, nietwaar? Voor Let’s Gro lieten een terugkomer, een wetenschapper en een kunstenaar hun licht schijnen over deze kwestie. Wat kun je als (creatief) ondernemer van ze leren?
Weggaan of blijven?
Dat Het Discours een raak vraagstuk te pakken heeft, blijkt wel uit de opkomst deze middag in OOST. De zaal zit vol met twintigers die zo vlak voor of na hun afstuderen op een kruispunt staan: weggaan of blijven? De eerste spreker Wilbert van der Kamp (27) koos ervoor om na zijn studie Engelse talen en culturen te vertrekken naar Amsterdam.
Hij belandde op een kamer van acht vierkante meter in een huis waar vijf verschillende tramlijnen langs denderden. De vluchtige contacten, trambellen en schreeuwers werd hij snel zat. Daarom keerde hij weer terug naar Groningen.
Oosterhouw
Sinds kort woont Van der Kamp in Leens, om precies te zijn op huize Oosterhouw. Het is een monumentale villa uit 1868 met een hectare parktuin. Heren van stand zetelden daar vroeger: een notaris, een huisarts, een dichter en een architect.
Na vijfentwintig jaar vonden de bewoners het tijd om het huis over te dragen aan een jongeling met nieuwe plannen. Nu kookt Wilbert er voor Jan en alleman met producten van de lokale boer. Hij stelt het landhuis open voor logés, geeft er feestjes en nodigde het hele dorp al uit op de koffie.
Rust kan best eenzaam zijn in Grunn
Wat komt hij halen en brengen op Oosterhouw? Volgens Wilbert gaat een huis dood als er niets gebeurt. Met concepten als ‘Lees een boek & pannenkoek’ of door artists in residence te herbergen wil hij nieuw leven geven aan Oosterhouw.
Hij brengt er mensen samen, vooral jongeren, en wil ze verder laten kijken dan de stad. Op Oosterhouw vindt Wilbert rust en verbinding. Soms is dat best eenzaam. Je moet volgens hem wel ondernemend zijn om in zo’n huis te kunnen wonen.
Brain drain versus brain gain
Wilbert mag zichzelf een geslaagde terugkomer noemen. Klopt de veronderstelling dan wel dat je naar de Randstad moet voor een succesvolle carrière? Marten Middeldorp, graduate student aan de RUG op de afdeling economische geografie, zocht het uit.
Als eerste gaat hij in op het verschijnsel brain drain: het verlies van talent. Kijkend naar de cijfers, verliest het platteland en is de Randstad winnaar. Maar hoe erg is dit eigenlijk?
Volgens Middeldorp is de schade beperkt. Er vertrekken niet alleen hoogopgeleiden, maar er komt ook weer nieuw talent bij. Drain en gain zijn min of meer in balans. Bovendien is het niet alleen een platteland versus stad verhaal.
Opportunity-driven
Rotterdam verliest bijvoorbeeld meer mensen dan dat ze er hoogopgeleiden bij krijgt en stad Groningen is netto-ontvanger van talent.
Middeldorp benadrukt echter dat drain en gain niet alleen getallenkwesties zijn, maar dat het ook gaat om kwaliteit: wat doen de béste hoogopgeleiden? Zij worden tijdens hun studie al gescout door de bedrijven die talent zoeken en blijven daarmee in Groningen. De mensen die vertrekken, doen dat juist omdat ze een baan zoeken.
Hun vertrek is opportunity-driven. Zolang zich hier kansen voordoen en de economie zich ontwikkelt, zullen de besten blijven bij start-ups en spin-offs van universitaire bedrijven. Voor steden is een brain drain dus niet zo’n probleem als vaak gedacht.
Mobiliteit en carrièresucces
Dan de hamvraag: blijven of vertrekken? Bij het maken van die keuze speelt baanbereikbaarheid een belangrijke rol. Hoeveel banen kun je vanuit jouw woonplek bereiken? Als de baanbereikbaarheid laag is, is de kans groter dat je genoegen moet nemen met een minder leuke baan of gaat verhuizen. Of je voor dat laatste kiest, hangt af van de binding die je hebt met jouw woonplek.
Wanneer die niet zo groot is, ben je mobieler en kun je het aantal banen binnen jouw bereik opkrikken. Mobiel zijn leidt echter niet per definitie tot beter werk met een hoger salaris. Het gaat namelijk niet om het absolute baanbereik. Dat is het aantal banen dat je kunt krijgen binnen een acceptabele pendelafstand (dat overigens het hoogste is in Korendijk).
Het gaat vooral om het relatieve getal. Je moet het banenbereik afzetten tegen het aantal mensen dat er aast op een baan.
Reizen of blijven?
Uit de gegevens blijkt dat mensen die immobiel zijn, starten in gebieden met gemiddeld een iets hogere baanbereikbaarheid. Echter, doordat iedereen gaat verhuizen naar gebieden met meer banen, scoren die plekken op den duur ondergemiddeld en daalt de relatieve baanbereikbaarheid.
Pendelaars wonen juist in gebieden met een lager baanbereik, maar deze mensen zijn wel bereid om ver te reizen voor hun werk. Als Middeldorp onthult dat Groningen in die zin verrassend goed uit de bus komt, gaat er een luid applaus op uit de zaal.
Bereidheid om te forenzen is goed voor carrièresucces
In Groningen komen er niet veel banen bij, maar door de vergrijzing en doordat mensen wegtrekken, wint stad. De baanbereikbaarheid in de Randstad is juist gelijk gebleven of zelfs gedaald. Wonen in een gebied met minder banen betekent dus niet het einde van je carrière, zolang je maar bereid bent om te pendelen.
De conclusie is dan ook dat mobiliteitsbereidheid leidt tot meer carrièresucces, maar dat het geen vereiste is. Ook (of juist?!) in Groningen is het prima wonen of werken. Middeldorp benadrukt: “Maak je eigen transitie en doe waar jij je goed bij voelt.”
Voor mensen die twijfelen of ze twijfelen
Kunstenaar Allard Medema beschouwt zichzelf als een pendelaar. Op papier woont hij in Niebert, maar hij heeft ook een kamer bij een 82-jarige hospita in de Pijp in Amsterdam. Zowel in het Noorden als in het Westen realiseerde hij een aantal opmerkelijke projecten.
Zo hing hij zijn telefoonnummer in het Tschumipaviljoen aan het Hereplein, zodat iedereen hem gezellig kon bellen. In een voormalige peeskamer op de Amsterdamse Wallen ontwikkelde hij een audioinstallatie over zelfliefde, zelfwaarde en het zelfbeeld.
Begroet of negeer me als je me ziet
Het is voor Allard vooral de combinatie van stad en platteland die goed werkt. In de Randstad heeft hij veel contacten en in Groningen kan hij zich terugtrekken. Allard maakte een aantal fictieve boekcovers in groot formaat over de relatie Groningen – Randstad. Eén van de covers gaat over elkaar groeten op straat. In Groningen knik je of zeg je ‘moi’ bij het passeren.
In Amsterdam loopt men elkaar gewoon voorbij. Het bijbehorende boek Begroet of negeer me als je me ziet, is zogenaamd geschreven door Theo Garrisma. Een ander boek draagt de titel Home is where the heart is en Medema is benieuwd naar de inhoud ervan. Dan is er nog een boek wellicht voor mensen die twijfelen of ze twijfelen (of ze moeten blijven of gaan?).
Blijf bij jezelf
Een definitief antwoord kunnen we niet geven op de vraag of je wel of niet naar de Randstad moet verhuizen voor je carrière. Je kunt ongetwijfeld succesvol zijn in Groningen (of als pendelaar) en de cijfers geven aan dat je kansen in het Noorden relatief goed zijn.
Echter, je kunt de gegevens op verschillende manieren interpreteren en het onderwerp is nog lang niet uitonderzocht. Het belangrijkste wat we hebben geleerd is misschien een lege conclusie, maar wel een goede: blijf bij jezelf. Wat zijn jouw plannen?