Heart & Soul

Muziekjournalist en uitgesproken levensgenieter Peter van der Heide lucht maandelijks zijn hart over cultuur, ondernemerschap en de klappen van de zweep.

Of wij lekker aan het tong draaien waren wilde de aangeschoten Belg die langsliep weten. Toenmalig vriendin en ik keken elkaar lachend aan. Dat hij vervolgens op de gang Ramones als Ramoens scandeerde, maakte de kus er nog plesanter op.

Het podiumpje van de club in West-Vlaanderen mocht geen naam hebben. Het zaaltje was niet meer dan een pijpenla waar de lokale jeugd samenkwam om heilig te geloven in punkrock. Ons gezelschap was een bij elkaar geraapt zootje. Het publiek was uitzinnig. De zuiderburen leken zich kostelijk te vermaken ondanks of juist dankzij ons krakkemikkige spel.

Onze gastzanger was een troef die we tegen het einde van de set zouden inzetten. Een vertolking van Baby Say Unh! van The Gories. Droeg hij echt een Mexicaans worstelmasker? Ik weet het niet meer en een foto ontbreekt. “Santos!”, schreeuwde hij. Toen was de einddertiger al een kleurrijke en eigenzinnige figuur. Iemand ook die het zonder te repeteren aandurfde met ons lawaai te maken. En lol. Over carrière maken dacht hij al lang niet meer na. De universitaire studie die hem naar het noorden van het land had gebracht, deed er niet meer toe. Hij volgde al jaren zijn passie.

De kans die hij had gekregen – een paar maanden nadat Ian Curtis met Joy Division ‘heart & soul’ had uitgestort in Groningen – had hij gegrepen. Om nooit weer los te laten. Ook niet toen de hoogtijdagen van het clubcircuit voorbij waren en de voorhoedefunctie van zijn geliefde club onder druk kwam te staan. Termen als schaalvergroting en professionalisering tierden welig. Allemaal verre van rock-’n-roll mét punkattitude. De maatschappij veranderde, alternatief was ineens mainstream. Oneigenlijke concurrentie stak de kop op, festivalisering werd een doorgeschoten kwaad. Er kwamen popacademies. Alsof oorspronkelijk muzikaal talent daar heil te zoeken heeft.

Met Stay Sick maakte Lux Interior al een statement tegen de vertrutting van rock-’n-roll. Prettig gek blijven hield ook de excentrieke zanger van The Cramps jong van geest. Hij geloofde in zijn zelf gecreëerde wereldje en schonk velen een gelukzalig moment van ontsnapping. Die momenten van flonkering, als een band in staat is iets teweeg te brengen tijdens een optreden, daar draait het allemaal om. Ze vormen het topje van de ijsberg. Die momenten kunnen een leven veranderen. Ze laten een heel concertseizoen naar grote hoogte stijgen. Zeker in de herinnering, als wordt teruggedacht aan legendarische concerten waar veel te weinig mensen getuige van waren. De man die het als programmeur mogelijk maakte, heeft tegenwoordig een moestuintje. Ook dat is mooi.

Nog mooier is dat zijn passie na al die jaren niet is verdwenen. Dat hij zich oprecht kan opwinden. Over geldgedreven mechanismes die de boel verkloten en het hem moeilijk maken tijdens zijn onstuitbare zoektocht naar bands die er echt toe doen. Een hele generatie groeide ondertussen op met de geruststellende gedachte dat er in deze provinciestad altijd  iemand is die zich met hart & ziel inzet voor muziek. Vermoedelijk tot zijn laatste snik. Waarvoor dank.

vera

Meer Uitgesproken

Nieuwste