De gebroeders Gooskens doen eind 2013 de Groninger muziekscene opschudden met de EP Petrichor. Vier jaar later is Vikings in Tibet uitgegroeid tot een vierkoppige band waarvan de debuutplaat Alchemy Ave vanavond in VERA wordt gepresenteerd.
Fotograaf Jasper Bolderdijk en ik zoeken de Vikings op in hun zelfgebouwde studio bij de Biotoop in Haren. Een gesprek over DIY-producties, Funny Bones en zelfgebouwde gitaren.
Kijk Jasper, zo neem je dus een album op. Mijn fotograaf knikt bedenkelijk en schiet een aantal foto’s van het whiteboard waar op het eerste gezicht een logische opbouw van een opnameproces lijkt te schitteren.
Een tweede blik op het schema doet de logica langzaam verwateren. “Het is een kunstwerk, hoor”, zegt Marijn Gooskens. “Kijk, dit is de legenda. Zo is het wel duidelijk toch?” Helemaal.
Funny Bones
De Biotoop in Haren huisvest menig creatieve geest. Geen wonder dat één van de kelders is omgetoverd tot een studio. Funny Bones is alles behalve wat je zou verwachten bij het woord opnamestudio. Tegelijkertijd is het de droom van iedere muzikant.
Marijn, zijn broer Jeppe, Joe Wilcox en Niels de Jonge laten het ons met plezier zien. We wandelen van de ene ruimte naar de andere. De met hout netjes afgetimmerde muren maken van Funny Bones een plek waar je kunt en wilt verdwalen.
“Dit was eerst gewoon een hele grote ruimte”, zegt Marijn. “We zijn ooit begonnen met het hok van Troy. Daarna is het stapje voor stapje uitgegroeid in dit.” Het is een aaneenschakeling van studio’s en ruimtes waarin je kunt chillen, bijkomen en zelfs eten.
Vanuit de keuken kijk je via een raam naar de plek waar Alchemy Ave is opgenomen. “Het is een keuken, een control room en een logeerkamer in één”, grappen de Vikings. De band heeft tijdens de opnames van hun debuutplaat met meerdere mensen hier geslapen, vertellen ze. “Koffie?” Kom maar door!
Vikings in Tibet
Ik herinner me de eerste keer dat ik van de band hoorde tijdens een workshop in de aanloop naar Grunnsonic 2014. Vikings in Tibet zijn opgenomen in het programma. Waarom? Sjoerd Nijland laat het ze tijdens de bijeenkomst zelf vertellen. Marijn komt niet verder dan een beetje ongemakkelijk “onze plaat is op Soundcloud binnen een aantal weken goed beluisterd”, te zeggen.
De gitarist blijft zo’n vier jaar na dato bij dit standpunt. Wat ooit begint als een broer-projectje is nu uitgegroeid tot een volwassen band met een eigen sound. Leg uit, want ik ben zeer benieuwd!
De boys lachen. Frontman Jeppe, die een gebreide kerstmuts met zijn eigen naam erop draagt, neemt het woord.”Hoe dat gegaan is? Geen idee.” Ongemakkelijke stilte en wat heen en weer geschuifel.
“We waren eerst met z’n tweeën toen we Petrichor maakten”, vult Marijn hem aan. “Een vriend van ons zei: hier moeten drums bij. Hij speelde die drums vervolgens ook in. Na de release kwamen we er eigenlijk achter dat we een band moesten hebben.”
Rimpels in de vijver
“Ik weet nog dat er iets gebeurde toen die EP de wereld in werd geslingerd”, zegt drummer Niels. “De Groninger muziekscene was ineens anders.” De broers krijgen veel lof van bekenden en vage kennissen. “Ik kende Joe niet zo goed”, weet Marijn nog. “Hij stuurde me een bericht via Facebook dat hij het een vette plaat vond.”
Maar goed ook, want in de aanloop naar Grunnsonic zoekt de band een bassist. Marijn contact zijn oude schoolgenoot. “Als je het zo vet vindt, wil je dan niet meedoen?” Basgitarist Joe knikt. “Ik had het niet helemaal verwacht. Natuurlijk wilde ik dat!”
Kelder memories
Ik moet lachen bij de gedachte dat we allemaal een gemeenschappelijke factor delen. We hebben onze muzikale sporen verdiend in de afgeragte kelder van het Praedinius Gymnasium aan de Turfsingel. De plek waar ook de producers van Noisia ooit begonnen.
“Zo, dat was knokken om die ruimte”, herinneren de boys zich. “Je moest echt je plek opeisen. Ochtendslots, middagslots en zelfs avondslots waar je je voor in moest tekenen.” We dwalen af in anekdotes. Tegenwoordig schijnt het dood te zijn, laat ik ze weten. “Echt? Zonde!”
“Funny Bones is eigenlijk gebaseerd op die kelder”, zegt Niels. “We wilden weer zo’n plek hebben waar je helemaal afgezonderd van de wereld muziek kunt maken.” We kijken om ons heen en concluderen dat het ze aardig is gelukt. Oh, the memories!
Werk gaat voor het meisje
De band heeft in de afgelopen jaren niet stil gestaan. Vikings in Tibet treedt gemiddeld twee keer per maand op in 2016. Leven van hun passie is er nog niet bij. “We werken allemaal naast de band”, zegt Joe.
Hij en Marijn zijn eindredacteurs op freelancebasis voor uitgeverijen als Noordhoff. Een stressvolle baan waarbij je éénmaal per jaar wordt uitbetaald aan royalties voor de boeken waar je aan gewerkt hebt. Heftig wel, vind ik. “Jazeker”, knikt Marijn. “Niet iedereen kan het.” Joe lacht. “Maar wij gelukkig wel.”
Jeppe staat sinds een jaar ingeschreven als zelfstandige. Na zijn studie tot meubelmaker in Amsterdam heeft hij zich volledig gefocust op de kunst van het gitaar bouwen. Bijzonder. Moeilijk? “Het komt langzaam van de grond”, zegt hij. “Momenteel maak ik een akoestische gitaar voor Stuart Mavis.”
Zijn broer helpt hem graag in de business. “Ik heb besloten ieder jaar een instrument bij hem te bestellen”, roept hij met een big smile. Trots toont Marijn zijn eerste aanwinst. Een echte Jeppe Jaguar. Jasper en ik kijken elkaar aan. Heb jij dat gemaakt? De frontman knikt tevreden. Net echt, ja! “Ja, wel hè. Hier, probeer hem maar eens.”
Holy Monday
Alleen Niels heeft een vaste baan in de horeca als manager van het Javaans Eetcafé aan de Zuiderdiep. Vier dagen in de week zit hij ’s avonds onder de pannen. “Gelukkig kunnen wij als zzp’ers onze tijd daar omheen bouwen”, zegt Marijn.
Dit heeft er uiteindelijk tot geleid dat de band elke maandag van tien uur ’s ochtends tot middernacht in de oefenruimte zit. Het is hun heilige banddag. Beter ook vertellen ze. “Anders kunnen we niet lekker onze ideeën uitwerken als het opgesplitst is in meerdere dagdelen. Je moet er toch iedere keer weer inkomen.”
Alchemy Ave
Dat dit werkethos loont, is terug te zien in Alchemy Ave. Hun eerste album is in etappes opgenomen. “Je zou kunnen zeggen dat we hier naar toe hebben gewerkt vanaf het moment dat we met z’n vieren de band vormden”, zegt Joe. “De eerste vier nummers hebben we in de loop van vorig jaar opgenomen. Dat heeft ons gedwongen om later de rest in dezelfde stijl te bedenken.”
De bouw van Funny Bones is een essentieel deel van het proces geweest. “Hier hebben we onze sound kunnen ontwikkelen tot wat het nu is. Een vol geheel waar we allemaal achter staan. Een heel leerzaam proces”, zegt Niels.
Albumrelease en dan?
Van de artwork van Ricardo Gómez tot het gekozen lettertype, alles klopt aan de plaat die 24 maart voor het eerst in VERA aan het grote publiek wordt getoond. Wat is jullie volgende stap? Ze kijken elkaar aan.
“We releasen de plaat tweemaal. Eerst in VERA en daarna in de Q-Factory in Amsterdam. Vanaf dat moment gaan we zelf shows regelen”, zegt Marijn. Vikings in Tibet houdt het allemaal zo lang mogelijk in eigen hand. “We hebben weleens met boekers en managers om tafel gezeten, maar uiteindelijk moeten we het gewoon zelf doen.”
Laptop Madness
Naast de heilige maandag komt de band daarom één keer in de zoveel tijd bij elkaar op een middag om de zakelijke kant te regelen. Ze zijn een stichting. Handig wat betreft btw-teruggave en investeringen. Daar horen ook vergaderingen bij.
“Zo’n middag noemen we ook wel Laptop Madness“, lacht Niels. “We zitten dan allemaal met onze computers opengeklapt op schoot dingen te regelen. Dat werkt tot nu toe heel goed.” Of dat in de toekomst anders gaat worden, weten ze niet.
Toekomst
Voordat ik Jasper op de jongens loslaat, wil ik weten wat hun toekomstplannen zijn. “Er staat nog van alles te gebeuren. Ik ga waarschijnlijk naar het conservatorium in Amsterdam. Vanaf dat moment moeten we nog beter gaan plannen”, legt de drummer uit.
“Dat moet geen probleem zijn. We hebben het ook overleefd toen Jeppe zijn studie daar deed”, zegt Marijn. “En anders moeten we gewoon een Funny Bones in Amsterdam bouwen. Repeteren we toch gewoon de ene week hier en de andere week daar.”
Ok dan. Dat gaat vast wel helemaal goed komen. Ze lachen. Maar boys, weten jullie wat voor tijd het is? “Nou?” Take it away Bolderdijk! “Kom, we gaan buiten spelen.”